Organisatietheorieën van vroeger en nu

Hoe is een organisatie zo goed mogelijk te leiden? In de loop van de tijd zijn hierover veel theorieën ontwikkeld. In dit artikel besteed ik aandacht aan de ontwikkeling van scientific management, de algemene managementtheorie, de human-relationsbeweging, het revisionisme, de systeemtheorie en de contingentiebeweging.

Scientific management

Begin vorige eeuw hield de wetenschapper Frederick Taylor zich bezig met oplossingen voor technische productieproblemen. Taylor wilde prestatieverbeteringen bereiken, voor zowel baas als arbeider, waardoor volgens hem ook de werksfeer zou verbeteren. Hij dacht dat loon de belangrijkste motiverende factor was. Er werden objectieve productienormen vastgesteld, normen die niet worden beïnvloed door een subjectieve beoordeling, die van degene die de prestaties meet. De leiding kon aan de hand van die objectieve normen de prestaties beoordelen en onderzoeken. Vanuit daar werd gezocht naar de meest effectieve manier van produceren. Volgens Scientific Management is dat de juiste persoon op de juiste plek zetten, en hem de juiste productiemiddelen geven. Scientific management wordt ook wel wetenschappelijke bedrijfsvoering of taylorisme genoemd.

Algemene managementtheorie

Aan het begin van vorige eeuw hield ook ingenieur Henri Fayol zich bezig met organisatieproblemen. Fayols uitgangspunt was de organisatie in zijn geheel. Hij keek naar hoe de organisatie vanuit het bestuur het best geleid kon worden, maar keek niet naar de arbeiders en werkomstandigheden. Hij ontwikkelde richtlijnen om de organisatie als geheel vorm te geven. Zijn bekendste richtlijn bestaat uit vijf elementen: vooruit zien en plannen, organiseren, eenheid van bevel, coördineren en controleren. Die volgorde van handelingen wordt nog steeds gebruikt in het management van een organisatie.

Human-relationsbeweging

Vanaf 1930 ontstond de human-relationsbeweging. Bij human-relations werd ook aandacht geschonken aan de menselijke kant van arbeid, waardoor nieuwe opvattingen ontstonden over het functioneren van een organisatie. Socioloog Elton Mayo hield zich bezig met het verband tussen arbeidsomstandigheden en prestaties. Hij voerde een onderzoek uit dat heel bekend zou worden: het Hawthorne-onderzoek. Uit dit onderzoek bleek dat er niet vanzelfsprekend een verband bestond tussen de arbeidsomstandigheden en de prestaties, maar dat de aandacht voor de werknemers de prestaties verbeterd. Door deze resultaten ontstond er meer aandacht voor de menselijke factor in een organisatie, en minder voor de productiemethoden.

Revisionisme

In de jaren ’60 van de vorige eeuw ontstond het revisionisme, onder invloed van veranderende maatschappelijke opvattingen. Er werd lange tijd gedacht dat wetenschappelijke en sociale stromingen niet te combineren waren, maar het revisionisme benadrukt juist allebei die kanten in een organisatie. Dit heeft geleid tot nieuwe opvattingen over leiderschap en organisatieontwerpen. Democratisering en humanisering van arbeid stonden centraal. Een vertegenwoordiger van het revisionisme, Rensis Likert, ontwikkelde het linking-pinmodel. Hierbij neemt één leidinggevende functionaris van een groep ook deel aan een groep op een hoger niveau. Die functionaris is dus een verbindende factor (linking pin) tussen twee groepen.

Systeemtheorie

Bij de systeemtheorie wordt een organisatie beschouwt als open systeem: als systeem dat een wisselwerking met de omgeving heeft. Die omgeving bestaat bijvoorbeeld uit leveranciers, klanten, overheid, vakbonden en concurrenten. De aandacht gaat bij deze theorie niet alleen uit naar de verhoudingen binnen de organisatie, maar ook naar de relaties en wisselwerkingen met de externe omgeving. Hierdoor heeft een organisatie meer kans van slagen. Deze theorie is ontwikkeld in de periode na de jaren ’60.

Contingentietheorie

Deze theorie gaat niet uit van één organisatiestructuur. Er wordt vanuit gegaan dat een organisatiestructuur situatiegebonden is, en er worden dus voor elke situaties andere oplossingen gebruikt. Deze theorie hanteert dus geen eigen theorie, maar stemt het management van de organisatie af op zowel de organisatiedoelen als op de in- en externe omgeving van de organisatie. Deze methode wordt tegenwoordig vooral gehanteerd.
© 2011 - 2024 Appleann, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Stromingen organisatiekunde: klassieke organisatiekundeStromingen organisatiekunde: klassieke organisatiekundeDe klassieke organisatiekunde gaat voornamelijk over de rol van de manager in een formele hiërarchie binnen een organisa…
Leiderschap: Theorie X en theorie YDe manier waarop managers hun ondergeschikten zien verschilt van persoon tot persoon. Douglas McGregor deed hier onderzo…
Integraal management in de overheid (publieke sector)In de publieke sector is integraal management een managementprincipe dat veelvuldig wordt toegepast. Verantwoordelijkhed…
HRM, wat is dat nou eigenlijk?HRM, wat is dat nou eigenlijk?HRM, waarschijnlijk heeft u er wel eens over gehoord. Personeelsbeleid en personeelsmanagement worden tegenwoordig steed…

Lijnorganisatie en lijn-staforganisatieEen lijnorganisatie en lijn-staforganisatie zijn twee veel voorkomende vormen van organisaties. Een lijnorganisatie is o…
Het schrijven van een adviesrapportWanneer een schrijver over zijn onderwerp wil adviseren, betoogt hij bijvoorbeeld dat bepaalde maatregelen moeten worden…
Bronnen en referenties
  • In Balans Management en Organisatie, VWO 6. ISBN: 978 90 425 3774 3
  • www.wikipedia.nl
Appleann (93 artikelen)
Gepubliceerd: 02-11-2011
Rubriek: Zakelijk
Subrubriek: Management
Bronnen en referenties: 2
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.