Advocaat (beroep)
Een advocaat verdedigt de juridische belangen van zijn cliënten. Het woord advocaat komt van het Latijnse woord advocatus dat "de erbij geroepende" betekend.
Taak en functies van een advocaat
Een advocaat geeft zijn cliënten adviezen, onderhandelt met de advocaat van de tegenpartij of verdedigt cliënten. Daarnaast verleent de advocaat rechtsbijstand in straf- en administratiefrechtelijke processen. Dit houdt in dat de advocaat processtukken opstelt. In rechtsbijstandelijke procedures moet de advocaat ook vertegenwoordiger zijn van de partij die een proces voert. Een advocaat dient zich te houden aan de
Advocatenwet. Deze wet is door de Nederlandse Orde van Advocaten vastgesteld. In deze wet staat beschreven dat de advocaat zich moet houden aan bepaalde gedragsregels. Ook moet een advocaat zich permanent laten bijscholen en zijn advocaten wettelijk verplicht zich volledig in te zetten voor hun cliënten. De advocaat moet zorgvuldig omgaan met de gegevens van de cliënten en mag deze informatie niet verstrekken (beroepsgeheim).
Advocatenkantoor
In Nederland zijn er meer dan 3000 advocatenkantoren. Deze kantoren variëren in omvang, cultuur, werksfeer en soort cliënten. Er zijn ongeveer 19 kantoren die een omvang hebben van meer dan 60 advocaten. Deze kantoren richten zich met name op het (inter)nationale bedrijfsleven. De advocaten werken meestal in gespecialiseerde secties, zoals intellectuele eigendom, ondernemingsrecht etc. De middelgrote kantoren bestaan uit ongeveer 6 tot 60 advocaten. Deze kantoren bedienen vaak (middel)grote ondernemingen, maar ook particulieren. Op deze kantoren is het werk gemengd; naast advieswerk zullen er ook echtscheidingen en strafzaken voorkomen. De kleinere kantoren bestaan uit 1 tot 5 advocaten die volledig zijn gespecialiseerd in bijvoorbeeld strafrecht. De meeste kleine kantoren bedienen particulieren. Op deze kantoren zal er vaker rechtsbijstand worden verleend aan partculieren.
Opleiding
Om advocaat te worden moet een universitaire opleiding worden gevolgd. Om een universitaire opleiding te volgen moet men eerst een VWO-diploma hebben. Als er rechten wordt gestudeert kan er worden gekozen uit verschillende richtingen. Eén daarvan is het
Nederlands Recht. Om daarna verder te gaan krijgt de student eerst een driejarige basisopleiding (ook wel Bachelor genoemd). Na afronding van deze basisopleiding kan de student doorstromen naar een masteropleiding. In de masteropleiding verdiepen de lessen zich vooral in de vakken waarmee in de basisopleiding al kennis is gemaakt.
Er kan echter ook voor gekozen worden om eerst een HBO opleiding te doen, dan heb je alleen een havo diploma nodig. Je moet dan rechten gaan studeren.Als de student na het afstuderen bij een advocatenbureau gaat werken wordt de beroepsopleiding advocatuur gevolgd. Als de student na drie jaar deze studie heeft afgerond is hij/zij benoemd tot advocaat en mag hij/zij dit ook officiëel worden genoemd. Na de opleiding kan er voor worden gekozen om te gaan werken bij een advocatenkatoor. Op zo’n advocatenkatoor moet de advocaat kiezen in welk rechtsgebied hij wilt gaan werken. Er zijn drie hoofdrichtingen:
- Civiel recht: Bij Civiel recht behandelt de civiele rechter zaken waarbij personen of organisaties het over onderlinge rechten en plichten oneens zijn. Voorbeelden hiervan zijn: schadevergoedingen, personenrechten, handelsrecht, erfrecht en eigendomsrecht.
- Bestuursrecht: Bij Bestuursrecht worden de regels beschreven waaraan de overheid zich moet houden bij het nemen van besluiten. Voorbeelden hiervan zijn: sociaal zekerheidsrecht, ruimtelijke ordeningsrecht, ambtenarenrecht, milieurecht, vreemdelingenrecht en belastingrecht.
- Strafrecht: Met Strafrecht krijgt mensen te maken als ze een overtreding of misdrijf hebben gepleegd. Voorbeelden hiervan zijn: verkeersovertredingen, drugshandel, diefstal en moord.